This site uses cookies in order to function as expected. By continuing, you are agreeing to our cookie policy.
Agree and close

« April 2024 »
Mo Tu We Th Fr Sa Su
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21
22 23 24 25 26 27 28
29 30

News Biodiversity: Will we wait for Al Gore II? (In Dutch)

Source Het Nieuwsblad - 08/08/2008
Release date 18/08/2008

Biodiversiteit: wachten we op Al Gore II?  

Nu het warm wordt onder onze voeten en het klimaat bokkensprongen maakt, schieten beleidsmakers in actie. Al Gore's film 'An inconvenient truth' speelde hierbij de onvolprezen rol van katalysator. Maar er zijn nog meer ongemakkelijke waarheden in de statistieken van wetenschappers. 'Biodiversiteit in ons land ronduit slecht' kopte De Standaard (DS 7 augustus). Deze vaststelling is inderdaad geen loze kreet van een actiegroep, maar een wetenschappelijke vaststelling. Biologen houden al langer de vinger aan de pols van het leven zoals het echt is: biodiversiteit. De cijfers over de ontwikkelingen van fauna, flora en habitats zijn regionaal en vaak ook mondiaal zorgwekkend. Dat soorten uitsterven is op zich een doodnormaal fenomeen, maar de snelheid waarmee boeiende componenten van onze biodiversiteit er de brui aan geven is dat niet. Dat populaties omlaag duiken is op zich ook geen probleem, want het demografisch verloop kan ingewikkelde schommelingen maken. Maar ook hier bevestigen meerdere studies in toenemende mate negatieve trends over de schommelingen heen. Dat is erg uitgesproken voor Vlaanderen, maar ook in Wallonië tekenen zich voor meerdere soortengroepen negatieve trends af (bijvoorbeeld dagvlinders).

En er is meer aan de hand. Rode lijsten van bedreigde soorten tonen maar het topje van de ijsberg. Recent binnen- en buitenlands onderzoek toont dat ook tal van verspreide, algemene soorten een aanzienlijke terugval in verspreiding en aantal kennen. Het biodiversiteitsprobleem beperkt zich niet tot die bedreigde soorten. Het ziet ernaar uit dat ook 'gewone' soorten vaker afhaken in druk bevolkte regio's als de onze. Voor heel wat essentiële ecologische processen hebben we niet alleen enkele zeldzame soorten nodig, maar vooral ook veel gewone soorten. Een voorbeeld waarover een toenemend aantal experts zich zorgen maakt, zijn bestuivers. In onze streken zijn het vooral bloembezoekende insecten die wilde en gecultiveerde gewassen bestuiven. Voor die karwei is het niet voldoende dat soorten overleven; ze moeten in hoge aantallen kunnen overleven. Dat kan alleen in landschappen met een afdoende ecologische kwaliteit.

Aandacht voor bedreigde soorten blijft absoluut gerechtvaardigd, maar het signaal van veel gewone soorten die achteruitboeren wordt nog onvoldoende opgepikt. De twee pistes moeten gevolgd worden in een degelijk biodiversiteitsbeleid. Maar daar knelt net het schoentje in Vlaanderen. We hebben een minister en een heus Agentschap voor Natuur & Bos, een groot Vlaams instituut voor deze materie (INBO), getalenteerde wetenschappers, florerende natuurverenigingen, natuur- en bosdecreten, maar... nog steeds geen coherent biodiversiteitsbeleid. Investeert de overheid dan niet in natuur- en bosgebieden? Jawel, maar dat is slechts één facet. We hebben nood aan een degelijk en verstandig biodiversiteitsbeleid. Zo'n beleid is er niet gekomen onder de vorige legislatuur met een groene minister, en niets wijst er voorlopig op dat dit wordt voorbereid door de huidige minister.

Wat hebben we dan nodig? Visie en een enthousiaste, slimme aanpak. Ik beperk me tot drie elementen. Ten eerste, hebben we een integraal actieplan biodiversiteit nodig. De overheid moet met kennis van zaken duidelijk maken wat het hoe wil aanpakken om fauna en flora meer en betere kansen te bieden in onze leefomgeving van morgen. Weg met de huidige, bijziende ad-hocaanpak, ook al is die goed bedoeld. Zo'n actieplan mag zich niet beperken tot het gebiedsgericht beleid in de natuurreservaten. Er moet een aanvullend beleid komen rond zorgvuldig gekozen soorten, zoals in Nederland.

Ten tweede, hebben we creativiteit en een nieuwe dynamiek nodig voor het scheppen van biodiversiteitskansen in heel ons landschap, niet alleen in natuurgebieden. We hebben erg weinig natuurgebied. Een inhaalbeweging is aan de gang, maar blijft bescheiden. De scheiding tussen natuurgebied en de rest van het landschap wordt vanuit het beleid helaas opnieuw meer uitgesproken. De herbevestiging van het landbouwgebied heeft bijvoorbeeld als neveneffect dat daar nauwelijks wat zal kunnen gebeuren rond biodiversiteit. Een gemiste kans. Engeland en Denemarken slagen er wel in om ook aan biodiversiteit te werken binnen het agrarisch gebied zonder in een pestbeleid terecht te komen. We missen verder ook een positieve visie over 'nieuwe natuur', zoals natuur in de stad of kansen voor natuur op industrieterreinen. Een gepast beleid rond diffuse kansen voor biodiversiteit buiten reservaten vergt ook een mentale klik in de hoofden van natuurbeschermers; het gaat niet om beschermen in de klassieke betekenis, maar om meer dynamische kansen. Natuur mag niet alleen een sector zijn, het moet uitgroeien tot een spontaan aandachtspunt over sectoren (en partijen) heen. Het is opmerkelijk dat de meeste politieke partijen niet eens een visie hebben over de biodiversiteitsproblemen. Biodiversiteit heeft een emancipatorisch beleid hard nodig.

Ten derde moet Vlaanderen en België als rijke regio ook meer investeren in het internationale aspect van biodiversiteit via de steun aan internationaal onderzoek en projecten en vooral ook via de opleiding van biodiversiteitsexperts. Kennis is onze belangrijkste grondstof. Helaas is België zowat het enige Europese land dat niet deelneemt aan het grote Europese onderzoeksprogramma over biodiversiteit ('Biodiversa-programma').

Het is hoog tijd dat onze overheden biodiversiteit niet langer stiefmoederlijk behandelen, maar een doordacht beleid ontwikkelen. Net als met het klimaat, moeten we ook voor biodiversiteit meer doen binnen en vooral buiten de traditionele hokjes en sectoren. België en Vlaanderen hebben het internationaal akkoord ondertekend om de achteruitgang van de biodiversiteit tegen 2010 te stoppen ('Countdown 2010'). Om dat engagement waar te maken moeten we nu een tandje bijsteken, of wachten beleidsmakers op de volgende Al Gore film om daar achter te komen?

 

Hans Van Dyck is professor gedragsecologie en natuurbehoud aan het Biodiversity Research Centre van de UCL

Please note that this information has expired.


logo CBD logo NFP Belgium logo RBINS